25 Seat(s) Remaining
Inleiding
Een foto maken met je mobieltje is zo gebeurd. Dat was vroeger wel anders. Toen de fotografie net was uitgevonden, was het veel werk om
een foto te maken. Je had er een grote camera voor nodig. Iedereen moest lang stilzitten anders werd de foto onscherp. Met de komst van de digitale camera maakt iedereen veel foto’s. De kunst is om een onderwerp zo goed mogelijk in beeld te brengen.
Bij Fotografie maak je het werk van een denkbeeldige fotograaf bestaande uit drie onderdelen:
- Beschrijving van je denkbeeldige fotograaf
- Portretfoto (jezelf)
- Fotoserie (4 foto’s met het thema ‘Door de tijd’)
Wat ga je onderzoeken?
A. Beschrijving van je denkbeeldige fotograaf.
- Wat is de naam van je fotograaf?
- Waar komt je fotograaf vandaan?
- Wat voor foto’s maakt je fotograaf?
B. Portretfoto (jezelf)
- Hoe maak je een goede portretfoto?
- Wie maakt de foto?
C. Fotoserie (4 foto’s met het thema ‘Door de tijd’)
- Wat voor foto’s maken andere fotografen met het thema ‘Door de tijd’?
- Wat wil je laten zien in je serie? Waarom?
- Wat heb je nodig om de foto’s te maken?
- Hoe maak je een goede foto?
- Hoe ga je de foto’s maken?
Wat is je eindproduct?
- Je onderzoeksverslag.
- Jouw foto-serie.
- Je portretfoto.